Jari Litmanan
Ajax (1992-1999) bron wikipedia
Het had niet veel gescheeld of Litmanen had nooit zijn opwachting gemaakt voor de Amsterdammers. Twee dagen na zijn aankomst in Nederland had hij op een trainingskamp in Doorwerth assistent-trainer Gerard van der Lem en hersteltrainer Bobby Haarms nog niet weten te overtuigen. Pronk zei echter:
Die jongen komt uit een ander land, een heel andere voetbalcultuur. Geef hem even de tijd. Die woensdag speelde Ajax een oefenduel tegen FC Den Bosch. Ze wonnen met 8-1. Vier goals en vier assists van Litmanen. De rest is geschiedenis.[13]
Op 23 augustus 1992 mocht hij bij Ajax debuteren in het thuisduel tegen Go Ahead Eagles, toen hij in de zevenentachtigste minuut inviel voor Dennis Bergkamp.[14] Mede door de zware concurrentie van diezelfde Bergkamp, kwam Litmanen gedurende zijn eerste seizoen maar tot twaalf optredens in het eerste elftal. Ook scoorde hij maar eenmaal, op 10 maart 1993 in de uitwedstrijd tegen Roda JC. Toch had Litmanen voldoende indruk gemaakt en besloot Ajax hem definitief binnen te halen voor de transfersom van een miljoen gulden.[12]
In de zomer van dat jaar vertrok Bergkamp voor vele miljoenen naar de Italiaanse topclub Internazionale, waardoor de kans op speelminuten ineens een stuk groter werd. De strijd om de positie achter de spitsen ging nu alleen nog maar tussen Litmanen en Dan Petersen. Petersen kreeg in eerste instantie de voorkeur maar raakte al snel geblesseerd, waardoor Litmanen de kans kreeg op een basisplaats.[15] De Fin speelde in het seizoen 1993/94 op de positie van nummer 10 welke op zijn lijf bleek te zijn geschreven. Hij scoorde zesentwintig doelpunten in dertig wedstrijden en kroonde zich hiermee tot topscorer van de Eredivisie. Daarnaast vierde hij het landskampioenschap met Ajax en plaatste de club zich daarmee voor de eerste maal in haar historie voor de UEFA Champions League. Bovendien werd Litmanen dat jaar verkozen tot Nederlands voetballer van het jaar door zijn collega's uit het betaald voetbal. Het zorgde ervoor dat zijn naam steeds vaker werd gescandeerd door het publiek, dat met "Litmanen, oh ooh…Litmanen..ohohooooh" een variant had bedacht op het refrein van de song Volare. Dit was in 1992, tijdens het UEFA Cup-duel tussen Genoa en Ajax, afgekeken van de Italiaanse tifosi. Zij zongen hun spits Tomáš Skuhravý namelijk op dezelfde wijze toe.[16]
Het Ajaxshirt van Jari Litmanen in het Sportmuseum van Finland.
Het seizoen 1994/95 betekende de definitieve doorbraak van Litmanen bij Ajax, vooral zijn prestaties in de UEFA Champions League waren indrukwekkend. De loting bepaalde dat de Amsterdamse club het in het Europese kampioenenbal zou moeten opnemen tegen AC Milan, Austria Salzburg en AEK Athene. Voor Ajax begon het meteen goed tijdens het eerste duel, waarin het tegenover de Italiaanse kampioen AC Milan kwam te staan. De wedstrijd werd gewonnen door doelpunten van Ronald de Boer en Jari Litmanen. Ook het tweede duel, uit tegen AEK Athene, werd gewonnen met 2-1. Na eerst op achterstand te waren gekomen, bogen Jari Litmanen en Patrick Kluivert de stand om in een overwinning. Hierna volgden twee duels tegen Austria Salzburg. Beide ontmoetingen leverden echter geen winnaar op. In Oostenrijk bleef het 0-0 en in Amsterdam werd het 1-1 door een treffer van de Finse international. Op de vijfde speeldag moest er opnieuw worden afgerekend met AC Milan, alleen ditmaal in het Italië. Wederom wist Ajax met 2-0 te winnen en wéér was Litmanen de doelpuntenmaker geweest, bij de andere treffer kopte Franco Baresi in eigen doel. Voor de laatste groepswedstrijd kwam AEK Athene op bezoek in Amsterdam. Ook de Grieken werden opzij gezet door twee doelpunten van Tarik Oulida. Ajax plaatste zich als groepswinnaar voor de kwartfinale en trof daar Hajduk Split. In de Kroatische hoofdstad bleef het 0-0 maar thuis zorgden Nwankwo Kanu en Frank de Boer voor een 3-0-overwinning. De Amsterdammers gingen door naar de halve finale en moesten het daar opnemen tegen FC Bayern München. Het uitduel bleef onbeslist (0-0) maar in de return werd er gewonnen met een spectaculaire 5-2-eindstand op de scoreborden. Jari Litmanen was opnieuw trefzeker geweest door twee doelpunten te scoren, de overige treffers werden gemaakt door Finidi George, Ronald de Boer en Marc Overmars. Na tweeëntwintig seizoenen stond Ajax weer in de finale van het belangrijkste Europese hoofdtoernooi en trof het daarin opnieuw AC Milan. Litmanen begon het duel in de basis maar werd in de achtenzestigste minuut van het veld gehaald voor de latere Man of the Match Patrick Kluivert. In de vijfentachtigste minuut velde hij het oordeel over AC Milan door een puntertje op aangeven van Frank Rijkaard binnen te schieten. Ajax wist voor de eerste maal de UEFA Champions League te winnen en Litmanen vestigde definitief zijn naam als sleutelspeler van het elftal onder leiding van Van Gaal.[17] Ook nationaal ging het voor de wind: Ajax won zonder een nederlaag te lijden het landskampioenschap. De Amsterdamse club was daarmee de eerste club in de geschiedenis die een compleet seizoen afsloot zonder een verliespartij.[18] Het succesvolle seizoen leverde de Finse spits een derde plaats op in de uitverkiezing voor de Europees voetballer van het jaar, achter George Weah en Jürgen Klinsmann.[6] Toch kende het seizoen ook minder positieve momenten voor Litmanen. Hij verzwikte in twaalf maanden tijd zevenmaal zijn enkel waarbij de oorzaak structureel fysiek bleek te zijn. De enkels van Litmanen hadden te veel laxiteit, wat betekende dat de kapsels rond de gewrichten te ruim waren geworden. De chronische speling die hij had opgelopen, was ontstaan door een opeenvolging van bandletsels.[19] Door zijn fysieke ongemakken zou hij de komende jaren een vaste klant bij hersteltrainer Bobby Haarms worden.[20]
Langzaamaan begon echter al de leegloop bij het Gouden Ajax. Enkele weken na de UEFA Champions League-overwinning vertrokken er reeds vijf spelers. Frank Rijkaard beëindigde zijn actieve carrière, John van den Brom en Peter van Vossen vertrokken naar Istanbulspor, Clarence Seedorf ging naar Sampdoria en Tarek Oulida verliet Ajax voor het Spaanse Sevilla. Litmanen bleef de club echter trouw en raadde spelers aan te blijven: "De sfeer bij Ajax gaat boven het geld van Italië".[21] Zelf stond de Fin in de nadrukkelijke belangstelling van enkele clubs uit datzelfde Italië maar gaf aan geen haast te hebben om te vertrekken: "Beter dan bij Ajax krijg ik het waarschijnlijk nooit, dus ik blijf. Ik heb alles te danken aan Ajax. Dat wil ik de club op deze manier laten weten."[11] De Fin prolongeerde een succesvolle reeks want bij de aanvang van het daaropvolgende seizoen wist hij met zijn club de UEFA Super Cup te winnen ten koste van Europacup II-winnaar Real Zaragoza en de wereldbeker voor clubteams in Tokio ten koste van Copa Libertadores-winnaar Grêmio. Daarnaast werd hij met de Amsterdammers voor de derde keer op rij landskampioen en had hij wederom een groot aandeel in het succes met veertien doelpunten uit zesentwintig wedstrijden. Bovendien schoot de Finse spits Ajax hoogstpersoonlijk naar de finale van de UEFA Champions League door twee treffers te maken tegen Panathinaikos. In de finale tegen Juventus was hij wederom trefzeker en dwong hij zodoende een verlenging af. Uiteindelijk draaide het uit op strafschoppen, waarbij de pogingen van Edgar Davids en Sonny Silooy gekeerd werden door doelman Angelo Peruzzi. De overwinning ging daarmee naar de Italianen en de Ajacieden stonden met lege handen. Litmanen kende echter nog wel een persoonlijk succes want met negen doelpunten uit tien duels werd hij topscorer van het toernooi.
Na deze goede prestaties vertrokken er opnieuw spelers van de gouden generatie: Michael Reiziger en Edgar Davids verruilden de Nederlandse competitie voor de Italiaanse en gingen aan de slag bij AC Milan en Juventus. Nwankwo Kanu tekende een contract bij stadsgenoot Internazionale en Finidi George vertrok naar Betis Sevilla. Litmanen bleef in Amsterdam maar ging mindere tijden tegemoet. Het landskampioenschap ging dat jaar naar PSV en Ajax eindigde slechts als vierde op de ranglijst. In de UEFA Champions League wist de club wel te imponeren maar werd het in de halve finale uitgeschakeld door opnieuw Juventus. Na het enigszins teleurstellende seizoen brak de grootste leegloop aan: trainer Van Gaal vertrok naar FC Barcelona en trok een jaar later de broertjes De Boer aan. Patrick Kluivert en Winston Bogarde kregen een transfer naar AC Milan en Marc Overmars tekende bij Arsenal. Met het vertrek van deze sterkhouders brak er een zware tijd aan voor Ajax. De dubbel werd nog wel gewonnen in het seizoen 1997/98 maar Ajax moest zich de komende seizoenen tevreden stellen met een lagere klassering in de competitie. In 1999 had Litmanen nog wel een persoonlijk succesje door een jaren oud Ajax-record op zijn naam te zetten. In de UEFA Champions League-wedstrijd tegen FC Porto scoorde hij zijn 24e doelpunt in Europees verband waarmee hij clubicoon Johan Cruijff voorbij streefde.[22]
In 1999 vertrokken uiteindelijk de laatste spelers van het elftal dat in 1995 de UEFA Champions League won. Edwin van der Sar verhuisde naar Juventus, Danny Blind maakte een einde aan zijn voetbalcarrière en Jari Litmanen vertrok transfervrij naar FC Barcelona. De laatste prijs die de spits met Ajax binnenhaalde was de Amstel Cup, die op 13 mei 1999 werd gewonnen ten koste van Fortuna Sittard. Drie dagen later, op 16 mei, volgde de afscheidswedstrijd tegen RKC Waalwijk. Het duel werd gewonnen met 2-0 en voor beide doelpunten was Litmanen verantwoordelijk geweest.[23] Aansluitend nam hij samen met Blind emotioneel afscheid van de fans in de Amsterdam ArenA.[24] In de tweehonderdtwaalf officiële duels die de Fin voor de Amsterdammers afwerkte, scoorde hij honderdnegentien doelpunten waarmee hij de productiefste buitenlandse speler van Ajax aller tijden werd.[8]
Ajax trapte het eigen 125-jarig jubileum af op 17 november 2024 met een wedstrijd tussen de Ajax Legends en Real Madrid Legends. Een uitverkochte Johan Cruijff ArenA kreeg een keur aan topspelers van weleer te zien, onder wie veel spelers die in 1995 de Champions League wonnen. Het meest populair waren niet de spelers die geboren waren in Amsterdam of die de jeugdopleiding hadden doorlopen, maar een Finse jongen die op 21-jarige leeftijd naar Ajax kwam en langzaam maar voorgoed de supportersharten veroverde: Jari Olavi Litmanen. Met Ajax won Litmanen in negen jaar tijd (1992-1999 en 2002-2004) vijf landtitels, drie KNVB-bekers, drie Nederlandse Super Cups, de UEFA Champions League, de UEFA Super Cup en de wereldbeker voor clubteams. De aanvallende middenvelder kwam bij Ajax uiteindelijk tot 250 officiële duels waarin hij 132 keer scoorde voor de Amsterdammers. In het jubileumjaar 2025 (125 jaar Ajax, 750 Amsterdam en 30 jaar na de Champions League-winst van Ajax) blikt Jari Litmanen samen met zijn oud-trainers en -teamgenoten in zijn Ajaxbiografie uitgebreid terug op zijn succesvolle periode bij de Amsterdamse club. Aan deze biografie werken o.a. mee: Louis van Gaal, Ronald Koeman, Frank Rijkaard, Patrick Kluivert, Frank en Ronald de Boer, Danny Blind, Edwin van der Sar en Rafael van der Vaart.