Wakizashi - mooi bewerkt
De wakizashi (Japans: 脇差, 'zijwaarts ingebracht zwaard') is een van de traditioneel gemaakte Japanse zwaarden (nihontō)gedragen door de samoerai in het feodale Japan. De naam verwijst naar de gewoonte om het door iemands obi of sjerp aan de zijkant te dragen, terwijl het grotere tachi-zwaard aan een koord werd gedragen.
Geschiedenis en gebruik
De productie van zwaarden in Japan is verdeeld in specifieke tijdsperioden:
- Jokotō (oude zwaarden, tot ongeveer 900 na Christus)
- Kotō (oude zwaarden van rond 900-1596)
- Shintō (nieuwe zwaarden 1596-1780)
- Shinshintō (nieuwere zwaarden 1781-1876)
- Gendaitō (moderne of hedendaagse zwaarden 1876-heden)
De wakizashi heeft een lemmet tussen de 30 en 60 cm (12 en 24 inch) lang. Wakizashi die dicht bij de lengte van een katana liggen, worden ō-wakizashi genoemd en wakizashi die dichter bij de tantō-lengte liggen, worden ko-wakizashi genoemd. Wakizashi zijn niet per se gewoon een kleinere versie van de katana; Ze kunnen anders worden gesmeed en een andere doorsnede hebben.
Wakizashi zijn al in gebruik sinds de 15e of 16e eeuw. De wakizashi werd gebruikt als back-up of hulpzwaard; Het werd ook gebruikt voor gevechten van dichtbij, om een verslagen tegenstander te onthoofden en soms om Seppuku te plegen. De wakizashi was een van de vele korte zwaarden die beschikbaar waren voor gebruik door samoerai, waaronder de yoroi tōshi en de chisa-katana. De term wakizashi specificeerde oorspronkelijk geen zwaarden met een officiële lemmetlengte en was een afkorting van wakizashi no katana ("zwaard dat aan iemands zijde wordt geduwd"); De term werd toegepast op begeleidende zwaarden van alle maten.
Deze wakizashi heeft een meer decoratief karakter